Heleen Aarts, CEO van Amvest, is donderdag 24 november tijdens het Nationaal Vastgoeddiner in Amsterdam uitgeroepen tot Vastgoedvrouw van 2022. Ze kreeg deze belangrijkste vastgoedprijs van Nederland uitgereikt door juryvoorzitter Karin Laglas. Laglas prees onder meer de manier waarop Heleen Aarts als CEO Amvest de afgelopen jaren heeft uitgebouwd.
Volgens de vakjury neemt Aarts met Amvest maatschappelijke verantwoordelijkheid door hoofdzakelijk in het betaalbare woonsegment te investeren. “Dit doet ze zonder complexe projecten uit de weg te gaan met als kers op de taart de oplevering van De Zalmhaven begin dit jaar”, aldus juryvoorzitter Karin Laglas. De jury prijst in het bijzonder haar leiderschapsstijl: “Introvert, niet op de apenrots, maar ze runt Amvest gewoon heel erg goed.”
“Heleen is bereid om risico te nemen in haar ondernemerschap. Ze kijkt niet alleen naar rendement, maar ook naar kwaliteit”, aldus jurylid Martijn Dirks, die in 2021 vastgoedman van het jaar werd.
Laglas: “Aarts laat zien dat vastgoed over veel meer gaat dan geld en stenen. Vastgoed biedt oplossingen voor sociale vraagstukken als eenzaamheid en ongelijkheid. Vastgoed is ook een probleem en oplossing tegelijk in het grote klimaatvraagstuk. Niet met woorden, maar door te doen laat ze zien welke belangrijke rol vastgoedinvesteerders spelen in het beantwoorden van de grote vraagstukken van deze tijd. Aarts vervult die rol met verve.”
De vakjury koos de winnaar voor de vastgoedprijs uit vijf genomineerden. De andere kandidaten waren Joes Daemen, Ronald Huikeshoven, Monique Maarsen en Erik Moresco.
De Vastgoedman of vrouw van het jaar wordt sinds 2002 uitgereikt aan de persoon die zich in de vastgoedsector op een uitzonderlijke manier heeft onderscheiden. De jury kijkt daarbij naar ondernemerschap, maatschappelijke verantwoordelijkheid en financieel rendement. In de jury zitten, naast Laglas, de winnaar van vorig jaar, Martijn Dirks, Marco Hekman (CBRE), Lesley Bamberger (Kroonenberg Groep), Henk Jagersma (SPW) en URBZ Capital).
Bekijk de video hieronder voor het jurycommentaar.