Amvest zet met het Living & Care Fund grote stappen in het zorgvastgoed. En dat dit net een ander métier is dan de andere woningbeleggingen van Amvest, bewijst het verhaal van de technisch manager van dit fonds: Arjan Reerink. Deze doorgewinterde techneut heeft zijn hart verloren aan dit vak, en écht niet alleen vanwege de techniek.
Bij binnenkomst in Het Gastenhuis in Warmond is het meteen raak. Arjan Reerink (51) – technisch manager van Amvest en daarbij ook verantwoordelijk voor deze zorginstelling – wordt eventjes aangeschoten door de locatiemanager van Het Gastenhuis. In het korte gesprek dat ontstaat, wisselen ze ervaringen uit over de uitdagingen van kleinschalige zorg en huisvestiging. Het is tekenend voor het werk van Arjan Reerink, dat minder technisch is dan het lijkt. “Er wordt binnen Amvest altijd de grap gemaakt, dat wanneer ik in een installatieruimte van een zorgcomplex sta pas echt gelukkig ben, maar eigenlijk is dat niet waar. Het draait om mensen en van samenwerken met mensen word ik pas echt blij.”
We staan in de woonkamer van het zorgcomplex Het Gastenhuis dat in februari 2019 officieel zijn deuren opende. Het gebouw – een voormalig klooster dat ooit dienstdeed als verpleeghuis – was compleet verouderd toen het Amvest Living & Care Fund het overnam. Een grondige renovatie én het behouden van bijzondere details zijn de ingrediënten waar Reerink zo enthousiast van wordt. Toch verliest hij de belegging niet uit het oog. “We zijn met ons fonds voor onze beleggers op zoek naar rendement op de lange termijn, met maatschappelijke relevantie. Dat betekent dat we naar fundamentele oplossingen kijken.”
Toen in 2013 het Amvest Living & Care Fund werd opgericht, was Arjan Reerink officieel de eerste medewerker. Het past naadloos in het carrièrepad van de in Lochem geboren techneut. Ooit is hij gestart als automonteur en daarna is hij begonnen met werken als monteur van transport koelinstallaties. Door te blijven leren – met avondopleiding na avondopleiding – groeide kennis en kunde, maar ook zijn netwerk. Via via kwam hij in de gebouwde omgeving én het vastgoed management terecht, wat juist om een brede expertise vraagt. “Ik was een ontzettende techneut en dat zal ik altijd blijven, maar ik weet nu van heel veel dingen een klein beetje. En dat bevalt mij ontzettend goed.” Inmiddels werkt Arjan al 12 jaar bij Amvest en die jas zit als gegoten. “Ik ervaar een stuk vrijheid, waar ik mijn ondernemerschap in kwijt kan.” Naast zijn gezin “mijn eerste passie”, met vrouw en twee kinderen, kan Arjan zijn energie kwijt in het motorrijden en sporten. Het liefst combineert hij deze twee. “Ik rijd graag op een zware offroad-motor, zoals deze zomer door de Pyreneeën. Dan moet je wel fit zijn om zo’n machine op steile hellingen een beetje in bedwang te houden.” Dat ging net niet helemaal goed in de Spaanse bergen. “Ik reed op een steen, viel van de motor en de motor viel op mijn voet.” Dat Reerink een doorzetter is, blijkt uit het vervolg. Hij volmaakt alsnog de tocht door de bergen, plakt er bij thuiskomst een vakantie met het gezin aan vast én start – weer in Nederland – zelfs nog aan een hardloopwedstrijd met Amvest. “Dat liep toch niet echt lekker met die voet. Toen heb ik een MRI-scan laten maken en het bleek dat mijn voet gebroken was.” Inmiddels sport hij er weer lustig op los – “na motorrijden is sporten mijn derde passie.”
Er is een duidelijk onderscheid in het technisch beheer dat door de zorgonderneming zelf gedaan wordt – namelijk afhandelen storingen en dagelijks onderhoud – en het technisch beheer dat door Amvest gedaan wordt. Dat groot onderhoud begint tegenwoordig al bij het ontwerpen van het zorgvastgoed. “Ik zit al bij het tekenen van de eerste schetsen aan tafel. Dan komen vragen zoals: wat doen we met de verwarmingsinstallatie: gaan we voor traditioneel of heel duurzaam? Hoe zit het met brandveiligheid? Allemaal vraagstukken waarbij ik mijn kennis van al die zorgcomplexen direct kan toepassen.” Ondanks dat het technisch beheer overzichtelijk lijkt, is het met zo’n groeiende portefeuille meer werk dan je denkt. Daarom heeft Reerink innovatie hoog in het vaandel staan. Hij wil voor zijn huurders op zoek naar de full service-ervaring op het gebied van reparatieverzoeken. “Wanneer er een plasje water op de grond ligt, zal dit natuurlijk snel opgelost moeten worden. Maar zo’n plasje is natuurlijk complexer dan je denkt. Moet ik een verwarmingsmonteur laten komen? Of een dakdekker? Of toch een andere specialist?” Om de service op een hoger niveau te tillen, stapt Reerink over naar een nieuw digitaal systeem. “Daarin kan de huurder – de zorgonderneming – melding maken van zo’n plas, inclusief een foto, zodat we nog beter in kunnen schatten wat het daadwerkelijke probleem is en het snel kunnen oplossen.” Dit digitale systeem is natuurlijk niet alleen handig voor de huurder, maar maakt het werk van Reerink op locatie ook een stuk makkelijker. Wanneer Reerink een gebouw binnenstapt, pakt hij zijn iPad erbij en ziet hij in zijn digitale dashboard de stand van zaken. “Wij zijn verantwoordelijk voor het groot onderhoud, dus dat moeten we ook goed monitoren.”
In Het Gastenhuis hebben de bewoners allemaal een zorgindicatie, bijvoorbeeld vanwege dementie. Desondanks is het woonconcept heel erg open. De bewoners hebben een studio voor zichzelf en komen samen in de woonkamer. Dus tijdens zijn werk komt Reerink nogal eens bewoners tegen. “Ik kwam laatst ergens binnen waar de bewoner zei: “Ik heb geen tijd voor jou” en vervolgens de deur weer dicht deed. Ik kwam ook echt niet binnen. Dat zijn echt bijzondere belevenissen.” Wanneer je Reerink vraagt wat zijn werk zo leuk maakt, vertelt hij direct over deze bewoners. “Natuurlijk, we werken aan vastgoed dat goed moet werken. En dat doen we heel intensief samen met de afnemer: de zorginstelling. Maar in deze sector ervaar ik meer en meer dat het helemaal draait om de bewoner. Daar gaat mijn hart sneller van kloppen.”
